Zitting van maandag 22 november 2021
1. Goedkeuren notulen 25 oktober 2021
FEITEN EN CONTEXT
De notulen vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen.
Ze vermelden ook het gevolg dat aan die punten werd gegeven waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft getroffen.
De notulen maken ook duidelijk melding van alle beslissingen.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• artikel 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2019
ARGUMENTATIE
De notulen van de vergadering van 25 oktober 2021 liggen ter goedkeuring voor.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Met algemeenheid van stemmen
Besluit
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 25 oktober 2021 goed.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans François Tielemans Jan Peys Jo Laenen Nele Geudens Jos Tordoor Joris Janssens Luc Lievens Cris Rutten Jan Melis Griet Convens Roger Verheyen Frans Van Meensel Paul Van Dooren Mannu Dox Peter Van den Broeck Walter Verbraeken Rony Schuer Brigitte Peremans Heidi Suls aantal voorstanders: 11 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 6 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
2. Wijzigen van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
FEITEN EN CONTEXT
Het huidige huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld op de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2019.
Op vrijdag 16 juli 2021 besliste de Vlaamse Regering tot bekrachtiging en afkondiging van het decreet dat diverse decreten wijzigt met het oog op het versterken en moderniseren van de lokale democratie.
Een wijziging van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn drong zich eveneens op naar aanleiding van de directieven van de gouverneur als antwoord op bezwaren van raadsleden en de toenemende digitalisering binnen de overheid.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• artikel 38 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot bekrachtiging en afkondiging van het decreet versterking lokale democratie. Dit wijzigt onder andere artikel 31, 35, 38 en artikel 54 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 met ingang vanaf 14 augustus 2021.
• beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over vaststelling van het huishoudelijk reglement van 28 oktober 2019
ARGUMENTATIE
Het decreet versterking lokale democratie werd aangenomen door het Vlaams Parlement op 14 juli 2021 en voorziet dat het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt of de raad voor maatschappelijk welzijn digitaal of hybride kan vergaderen en de wijze waarop. Een aanpassing van het huishoudelijk reglement dringt zich aldus op.
Als antwoord op bezwaar 265 van raadslid Mannu Dox over 'Naar waarheid en conform bepalingen van het huishoudelijk reglement opstellen van de notulen van de gemeenteraad' antwoordt de gouverneur dat de terminologie die gebruikt wordt in artikel 33 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad (en ook de raad voor maatschappelijk welzijn) voor discussie zorgt. Het is dan ook aangewezen om de redactie van het betrokken artikel te herbekijken en aan te passen, zodat discussies in de toekomst worden vermeden.
Om de werking van de gemeenteraad te optimaliseren werden ook enkele andere artikelen onder de loep genomen en wijzigingen geformuleerd.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor de gemeente.
Stemming op naam:
Met 11 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens en Jos Tordoor), 6 stemmen tegen (Mannu Dox, Walter Verbraeken, Rony Schuer, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck), 2 onthoudingen (Heidi Suls en Brigitte Peremans)
Besluit
De raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 1
Wijzigt het bestaande reglement 'Huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn', zoals omschreven in de gecoördineerde versie van het document '20211122_RMW_huishoudelijkreglement'. Dit document wordt gevoegd bij de ingebonden notulen. Het reglement is van toepassing vanaf 22 november 2021.
Artikel 2
Maakt deze beslissing over aan de toezichthoudende overheid.
In uitvoering van het besluit van de gouverneur van 1 februari 2022, worden artikelen 3 § 2 en artikel 16 § 3 en § 4, laatste lid van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn vernietigd en geacht nooit te hebben bestaan.
Zitting van maandag 22 november 2021
3. Kennisnemen voordracht plaatsvervangers effectieve leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
FEITEN EN CONTEXT
Op 3 november 2021 werd de brief in ontvangst genomen waarbij de meerderheid van de raadsleden van de cd-fractie die de effectieve leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben voorgedragen, burgemeester Nele Geudens voordragen als plaatsvervangster bij belet van Annemie Peers en raadslid Joris Janssens voordragen als plaatsvervanger bij belet van Christiane Braem.
De aanduiding is geldig vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs, namelijk 3 november 2021.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 105 § 2 en § 3
• huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2019, artikel 41
ARGUMENTATIE
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft in zijn huishoudelijk reglement artikel 41 bepaald dat plaatsvervangers worden aangewezen die de effectieve leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst mogen vervangen wanneer deze verhinderd zijn.
Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtakte ondertekend hebben van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité van de sociale dienst een ondertekende verklaring tegen ontvangstbewijs af te geven aan de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor een kennisgeving hiervan op de eerstvolgende zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn. De aanduiding geldt vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Besluit
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van volgende voordrachten voor plaatsvervanger binnen het bijzonder comité voor de sociale dienst:
• burgemeester Nele Geudens als plaatsvervangster bij belet van Annemie Peers
• lid van de raad voor maatschappelijk welzijn Joris Janssens als plaatsvervanger bij belet van Christiane Braem.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Jan Peys Roger Verheyen Griet Convens Joris Janssens François Tielemans Jo Laenen Jan Melis Jos Tordoor Nele Geudens Luc Lievens Cris Rutten Frans Van Meensel Rony Schuer Heidi Suls Peter Van den Broeck Walter Verbraeken Paul Van Dooren Mannu Dox Brigitte Peremans aantal voorstanders: 11 , aantal onthouders: 8 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
4. Goedkeuren agenda buitengewone algemene vergadering van IOK op 17 december 2021 en bepalen mandaat van de vertegenwoordiger namens het OCMW
FEITEN EN CONTEXT
In de aangetekende brief van 18 oktober 2021 nodigt IOK de vertegenwoordiger namens het OCMW uit voor de buitengewone algemene vergadering op 17 december 2021 met volgende agenda:
Per aangetekende brief van 17 september 2021 werden reeds het ontwerp van nieuwe statuten en een artikelsgewijze toelichting daarvan aan het lokaal bestuur bezorgd.
Het dossier met documentatiestukken voor de buitengewone algemene vergadering is overgemaakt op 20 oktober 2021.
OCMW Meerhout is deelnemer aan IOK. Ingevolge artikel 432, alinea 3 van het decreet lokaal bestuur dient het mandaat van de vertegenwoordiger in de algemene vergadering te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Op 27 mei 2019 werden door de raad voor maatschappelijk welzijn de volgende mandatarissen aangeduid voor de algemene vergadering van IOK:
• OCMW-raadslid François Tielemans als vertegenwoordiger
• OCMW-raadsvoorzitter Jos Tordoor als plaatsvervangend vertegenwoordiger
voor alle algemene vergaderingen van IOK tot het einde van de huidige legislatuur.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• artikelen 77 en 78 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald deel 3 titel 3 over de intergemeentelijke samenwerking
• statuten van IOK, laatst gewijzigd op 27 juni 2019
ARGUMENTATIE
IOK geeft een artikelsgewijze toelichting bij de voorgestelde statutenwijziging:
• Wijziging artikel 2 - Rechtsvorm
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
Het huidige ondernemingsrecht in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen maakt niet langer gebruik van de begrippen ‘handelsdaden’ en ‘handelaar’ tussen handels- en burgerlijke vennootschappen. Het Wetboek van koophandel maakte voordien dat onderscheid dat bepalend was voor de bevoegdheid van de rechtbank, het toepasselijk bewijsrecht en het toepassingsgebied van de faillissementswet. Deze verwijzing werd destijds (1922) in de wet opgenomen om aan te duiden dat intercommunales winstbejag niet als doel konden hebben en is sindsdien hernomen in latere wetten en decreten. Er bestaat ondertussen duidelijkheid over het statuut van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als publiekrechtelijke organen met een sui generis statuut, vooral vanuit fiscaalrechtelijk perspectief.
De verwijzing naar de coöperatieve vennootschap is logisch aangezien deze rechtsvorm aansluit bij de vroegere rechtsvorm van de cvba, die niet langer bestaat.
Ook de verwijzing naar het nieuwe Wetboek van vennootschappen en vereniging is nieuw.
• Wijziging artikel 3 – Maatschappelijk doel
Zoals gebruikelijk wordt het maatschappelijk doel geactualiseerd als gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening op vraag van de deelnemers.
Concreet wordt de kostendelende dienstverlening door IOK van de gezamenlijke invulling van de verplichtingen en bevoegdheden in de handhaving milieu, uitgebreid met de kostendelende invulling van de gemeentelijke verplichtingen en bevoegdheden in de handhaving ruimtelijke ordening.
• Wijziging artikel 6 – Hoedanigheid van de deelnemers
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Er wordt een mogelijkheid toegevoegd voor een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) om toe te treden tot een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Op die manier kan IOK ook Nederlandse gemeenten bedienen waarmee Vlaamse gemeenten structureel samenwerken.
Bij IOK is dit een theoretische mogelijkheid zonder actuele concrete invulling.
• Wijziging artikel 7 – Maatschappelijk kapitaal en toereikend eigen vermogen
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 451 DLB.
In artikel 451 DLB wordt de bepaling van artikel 6:4 Wetboek van vennootschappen en verenigingen ingeschreven die bepaalt dat de vereniging moet beschikken over een eigen vermogen dat, mede gelet op andere financieringsbronnen, toereikend is in het licht van de bedrijvigheid.
• Wijziging artikel 14 – Aanvraag tot toetreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 396 DLB.
Ook hier wordt de mogelijkheid van een aanvraag door een BGTS toegevoegd.
• Wijziging artikel 16 – Uittreding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 422 DLB.
Gelet op de vooropgestelde evolutie van de herindeling van het bestuurlijk landschap door de vorming van regio’s moet het voor een gemeente mogelijk zijn om in overeenstemming met deze herindelingen uit te treden uit een dienstverlenende vereniging, op voorwaarde dat de deelgenoten daar met een drievierdemeerderheid mee instemmen en er een eventuele schadevergoeding betaald wordt aan de vereniging en de andere deelnemers.
Ook wordt bepaald dat een nieuwe gemeente (na fusie) kan beslissen dat in het geval dezelfde activiteit van gemeentelijk belang aan verschillende dienstverlenende verenigingen is toevertrouwd, om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en de andere deelnemers.
De nieuwe gemeente kan er ook voor opteren om de betrokken activiteit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente geheel of gedeeltelijk in eigen beheer te nemen op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt en een eventuele schadevergoeding wordt betaald aan de vereniging en aan de andere deelnemers.
• Wijziging artikel 27 – Organisatie vergadering
Een verder evoluerende digitalisering kan bijdragen aan een efficiënter besluitvormings- en beleidsproces.
Om die reden wordt in de statuten de mogelijkheid ingeschreven om digitaal of hybride te vergaderen door de raad van bestuur.
Een fysieke vergadering blijft de gebruikelijke vergaderwijze. Wel wordt expliciet bepaald dat wanneer de goede werking van de vereniging dit vereist, digitaal of hybride kan vergaderd worden.
Ook een eenparige schriftelijke besluitvorming is mogelijk, in uitzonderlijke omstandigheden wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van de vereniging dat vereisen.
De werkingsmodaliteiten waaronder de digitale mogelijkheden om onder meer identificatie en (geheime) stemmingen te organiseren worden verder omschreven in het huishoudelijk reglement dat door beslissing van de raad van bestuur kan worden opgemaakt en gewijzigd.
• Wijziging artikel 47 – Winstbesteding
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 397 DLB.
Ook hier wordt naar analogie met de wijziging in artikel 2 de verwijzing naar handelskarakter geschrapt.
• Wijziging artikel 48 – Verlies
Deze wijziging is het gevolg van de wijziging van artikel 456 DLB.
De zogenaamde alarmbelprocedure wordt zoals gewijzigd in het Wetboek, ingeschreven in de statuten.
Het neemt de bepaling van artikel 6:119 Wetboek van vennootschappen en verenigingen over. Dit houdt in dat de raad van bestuur in de toekomst ook de ontbinding van de vereniging kan voorstellen als het nettoactief negatief dreigt te worden of geworden is. Vanzelfsprekend wordt een strikt besluitvormingsproces voorzien dat inhoudt dat de algemene vergadering hierover beslist onder de voorwaarden bepaald voor de statutenwijziging.
Als het saneringsplan niet of in onvoldoende mate wordt aanvaard kan door de toezichthoudende overheid dwangtoezicht worden toegepast.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om de voorgestelde statutenwijziging artikelsgewijs goed te keuren en om tevens het activiteitenplan 2022 en de begroting 2022 goed te keuren.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Stemming op naam:
Met 11 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens en Jos Tordoor), 8 onthoudingen (Mannu Dox, Heidi Suls, Walter Verbraeken, Rony Schuer, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck en Brigitte Peremans)
Besluit
De raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 1
Hecht artikelsgewijs goedkeuring aan de voorgestelde statutenwijziging van IOK met daarin vervat:
Wijziging artikel 2 - Rechtsvorm
Wijziging artikel 3 - Maatschappelijk doel
Wijziging artikel 6 - Hoedanigheid van de deelnemers
Wijziging artikel 7 - Maatschappelijk kapitaal en toereikend eigen vermogen
Wijziging artikel 14 - Aanvraag tot toetreding
Wijziging artikel 16 - Uittreding
Wijziging artikel 27 - Organisatie vergadering
Wijziging artikel 47 - Winstbesteding
Wijziging artikel 48 - Verlies.
Artikel 2
Hecht goedkeuring aan het activiteitenplan 2022 van IOK.
Artikel 3
Hecht goedkeuring aan de begroting 2022 en de hierin vervatte werkingskosten van de dienstverlenende vereniging IOK.
Artikel 4
Mandateert de volmachtdrager om conform dit besluit te handelen en te beslissen op de buitengewone algemene vergadering van IOK op 17 december 2021.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Jan Melis Griet Convens Roger Verheyen François Tielemans Joris Janssens Paul Van Dooren Walter Verbraeken Jan Peys Nele Geudens Heidi Suls Jo Laenen Jos Tordoor Brigitte Peremans Luc Lievens Cris Rutten Rony Schuer Peter Van den Broeck Mannu Dox Frans Van Meensel aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
5. Aanpassen rechtspositieregeling van het OCMW-personeel betreffende de eindejaarstoelage
FEITEN EN CONTEXT
In zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2021 werd in uitvoering van het VIA6-akkoord voorzien in een aangepaste regeling van de eindejaarstoelage 2020 voor bepaalde OCMW-personeelsleden ressorterende onder het VIA6-akkoord, zijnde in concreto voor de personeelsleden tewerkgesteld binnen woonzorgcentrum De Berk en bij de dienst gezinszorg.
Voor deze personeelsleden werd het variabele gedeelte van de eindejaarstoelage 2020 verhoogd van 2,5 % tot 3,6 % van het jaarsalaris. Voor de personeelsleden tewerkgesteld binnen woonzorgcentrum De Berk werd er tevens voorzien in een verhoging van het forfaitaire gedeelte van de eindejaarstoelage tot 1 288,43 euro, waardoor dit forfaitaire gedeelte op hetzelfde bedrag kwam als bij de overige OCMW-personeelsleden.
Ingevolge VIA6 is voor deze personeelsleden de verhoging van de eindejaarstoelage eveneens recurrent voorzien vanaf de eindejaarstoelage 2021.
Daarnaast werd op 9 juni 2021 binnen de schoot van het syndicaal onderhandelingscomité C1, voor de provinciale en lokale besturen onderafdeling Vlaanderen, een sectoraal akkoord afgesloten van toepassing op de personeelsleden bij de lokale besturen waarin eveneens voorzien wordt in eenzelfde recurrente verhoging van het variabele gedeelte van de eindejaarstoelage van 2,5 % tot 3,6 % van het jaarsalaris vanaf de eindejaarstoelage 2021.
De voormalige maximale begrenzing van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris valt weg.
In de omzendbrief van 24 juni 2021 informeerde de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen de lokale besturen onder meer omtrent dit afgesloten sectoraal akkoord.
Er wordt dan ook voorgesteld deze nieuwe regeling met verhoogde eindejaarstoelage vanaf de eindejaarstoelage 2021 in te schrijven in artikel 188 van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW Meerhout.
Deze voorgestelde aanpassing van de rechtspositieregeling werd:
• besproken in het syndicaal overleg en onderhandelingscomité op 8 oktober 2021
• besproken en gunstig geadviseerd door het managementteam op 5 oktober 2021.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel
• besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
• de rechtspositieregeling voor OCMW-personeelsleden zoals vastgesteld in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 juli 2011 en zoals tot op heden gewijzigd, een laatste keer door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 28 juni 2021
• de omzendbrief van 24 juni 2021 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen
ARGUMENTATIE
Door de aangepaste berekeningswijze van de eindejaarstoelage, voor de eerste keer van toepassing op de eindejaarstoelage 2021, in te schrijven in artikel 188 van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel met voorziene verhoging van het variabele gedeelte van 2,5 % van het jaarsalaris naar 3,6 % van het jaarsalaris wordt verder uitvoering gegeven aan het afgesloten VIA6-akkoord en aan het afgesloten sectoraal akkoord 2021 voor de personeelsleden van de lokale besturen.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Er is voldoende budget beschikbaar.
Er is geen visum vereist.
Stemming op naam:
Met 15 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Cris Rutten, Heidi Suls, Walter Verbraeken, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Paul Van Dooren, Brigitte Peremans en Jos Tordoor), 4 onthoudingen (Mannu Dox, Rony Schuer, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)
Besluit
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist navolgende aanpassing te doen aan de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel:
Onder titel 7 de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen, hoofdstuk II de verplichte toelagen, afdeling 3 de eindejaarstoelage, artikel 188:
Artikel 188
'Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte.
Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend:
a. het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2007: 317,53 euro.
b. vanaf 2008 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig.
c. dit bedrag wordt verhoogd met 898,74 euro voor het OCMW-personeel, voor het personeel van woonzorgcentrum De Berk is dit inclusief de attractiviteitspremie zoals voorzien in artikel 304.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Griet Convens Brigitte Peremans Luc Lievens Nele Geudens Roger Verheyen Jan Peys François Tielemans Cris Rutten Jan Melis Jo Laenen Joris Janssens Jos Tordoor Rony Schuer Mannu Dox Frans Van Meensel Peter Van den Broeck Heidi Suls Walter Verbraeken Paul Van Dooren aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 7 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
6. Goedkeuring lastvoorwaarden bereiding, verpakking en bedeling aan huis van warme maaltijden bestemd voor zorgbehoevende gebruikers
FEITEN EN CONTEXT
OCMW Mol heeft een groepsaankoop aangaande 'Bereiding, verpakking en bedeling aan huis van warme maaltijden bestemd voor zorgbehoevende gebruikers' gevoerd.
Deze opdracht betreft het sluiten van een overeenkomst voor een periode van 48 maanden voor het aanstellen van een leverancier voor het bereiden, verpakken en bedelen van warme maaltijden aan huis.
De voorziene startdatum van de diensten is 1 december 2021.
OCMW Mol treedt voor de deelnemende lokale besturen op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.
De raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Mol verleende in zitting van 28 juni 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor deze opdracht, met name de openbare procedure.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
• koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
• wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
• wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 (openbare procedure), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders)
• koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
• Bestuursdecreet van 7 december 2018
ARGUMENTATIE
Op 21 oktober 2021 heeft het vast bureau van het OCMW Mol de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop 'Bereiding,verpakking en bedeling aan huis van warme maaltijden bestemd voor zorgbehoevende gebruikers die wonen in Mol, Balen, Meerhout, Ravels en Geel' met bestek nummer 2021KB20, opgesteld door OCMW Mol, gegund aan Veresto bvba, Houtum 39 te 2460 Kasterlee en tegen een totaalbedrag van 2 800 190,72 euro exclusief btw of 2 968 202,16 euro inclusief 6 % btw voor 48 maanden, gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek.
Aan het OCMW Meerhout wordt nu gevraagd om goedkeuring te geven aan de lastvoorwaarden en het bestek.
Gezien bevoegdheidsverdeling inzake overheidsopdrachten is de raad voor maatschappelijk welzijn voor deze opdracht bevoegd om het bestek en de lastvoorwaarden goed te keuren.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Stemming op naam:
Met 12 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Brigitte Peremans en Jos Tordoor), 7 onthoudingen (Mannu Dox, Heidi Suls, Walter Verbraeken, Rony Schuer, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)
Besluit
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het bestek met nummer OCMW Mol/2021KB20 en de raming voor de opdracht 'Bereiding, verpakking en bedeling aan huis van warme maaltijden bestemd voor zorgbehoevende gebruikers die wonen in Mol, Balen, Meerhout, Ravels en Geel', opgesteld door OCMW Mol, goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 205 620 euro exclusief btw of 217 957,20 euro inclusief 6 % btw.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Cris Rutten Mannu Dox Heidi Suls Peter Van den Broeck François Tielemans Frans Van Meensel Griet Convens Jos Tordoor Roger Verheyen Nele Geudens Jo Laenen Jan Melis Luc Lievens Brigitte Peremans Jan Peys Rony Schuer Joris Janssens Paul Van Dooren Walter Verbraeken aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
7. Goedkeuren visie sociale dienst op steunverlening
FEITEN EN CONTEXT
De maatschappelijk werkers van de sociale dienst leveren maatwerk op individuele basis. Dit gebeurt binnen de krijtlijnen van de wetgeving én van de interne afspraken die deels formeel (bijvoorbeeld reglementen), deels uit jarenlange goede praktijken (bijvoorbeeld checklists, draaiboeken,...), tot stand kwamen. Hulpverlening is dan ook niet voor iedereen hetzelfde. Ieders noden zijn afhankelijk van de specifieke situatie waarin die persoon zich bevindt. Daarbij is er vanuit het professionalisme van maatschappelijk werkers een discretionaire ruimte om zinvolle handelingen te stellen om aan goede hulpverlening te doen. Een uitgewerkte visie biedt hierbij een antwoord op de nood aan een zekere houvast, maar ook aan bewegingsruimte waarbinnen hij of zij de stappen kan zetten met de cliënt en het cliëntsysteem.
De sociale dienst gebruikt, om deze missie waar te maken, al enkele jaren bepaalde instrumenten en reglementen die verdienen verankerd te worden in de visie, maar er is ook nood aan bijkomende hulpmiddelen.
Onder meer via het begeleidingstraject van de sociale dienst met Thomas More kwam de dienst tot een uitgeschreven visietekst. Deze werd ook meteen concreet gemaakt in vijf fasen binnen het hulpverleningstraject (stabiliseren, exploreren, handelen/evalueren/bijsturen, steun en hulp verlenen op maat, de toekomst plannen) en aangevuld met een werkinstrument, namelijk het baremacontract.
De concrete uitwerking is voor een groot deel gelijklopend met de manier waarop de sociale dienst momenteel al werkt, maar het feit dat deze visie aan het papier is toevertrouwd maakt het:
• duidelijker, bijvoorbeeld in geval van discussies over de te volgen weg (met cliënt, binnen team,...)
• makkelijker, bijvoorbeeld om naar te kunnen verwijzen bij besprekingen met andere hulpverleners of tijdens de zitting van het bijzonder comité voor de sociale dienst
• beter opvolgbaar, bijvoorbeeld voor rapportage en bijsturing, maar ook om efficiëntie en effectiviteit af te toetsen
• zichtbaarder, bijvoorbeeld door de evaluatiemomenten die voorzien worden.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• Organieke Wet betreffende de OCMW's van 8 juli 1976
• decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
• beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 15 december 2014 betreffende het intern reglement steunbarema 2015 en vastlegging rekenblad en actuele bedragen
• beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 17 december 2018 betreffende het reglement tussenkomsten vanuit budget socio-culturele participatie 2019
• beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 17 december 2018 betreffende het intern reglement tussenkomsten vanuit sociaal fonds voor gas en elektriciteit 2019
ARGUMENTATIE
De sociale dienst voelde de nood aan het uitschrijven en het concretiseren van de visie omtrent steunverlening. Vertrekpunten waren de resultaten van de sociaalwerkconferentie van 24 mei 2018 en de onderzoeksresultaten van CEBUD (Centrum voor Budgetadvies en -onderzoek) en de eigen praktijkervaring van de maatschappelijk werkers.
Bestaande werkwijzen behouden
De baremasteunverlening (reglement 2014) wordt, zowel door maatschappelijk werkers als door cliënten, beschouwd als een werkbaar en fair instrument om een menswaardig inkomen te garanderen. De manier van werken werd in de afgelopen jaren af en toe bijgestuurd (onder andere halfjaarlijkse herziening/verlenging in plaats van jaarlijks) en de bedragen werden en worden bij elke indexering aangepast.
Tussenkomsten zoals voor socio-culturele participatie en energiekosten worden ingezet als budgetondersteuning en grotendeels gefinancierd door de POD Maatschappelijke Integratie. De voorwaarden en manier van uitvoeren zitten reeds verankerd in reglementen. Door deze nu ook te koppelen aan de visie, garanderen we een gelijke behandeling van hulpvragers en trachten we ervoor te zorgen dat iedereen kan participeren aan de samenleving.
Nieuwe instrumenten ontwikkelen
Tot op heden is de baremasteun niet gebonden aan verplichtingen en verwachtingen. De maatschappelijk werkers zijn echter van mening dat het wel wenselijk is om een aantal afspraken vast te leggen bij het toekennen van deze steunverlening aan een cliënt. Hiervoor werd het baremacontract opgesteld (conform GPMI, geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie).
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Stemming op naam:
Met 17 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Mannu Dox, Cris Rutten, Heidi Suls, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Rony Schuer, Joris Janssens, Frans Van Meensel, Peter Van den Broeck, Brigitte Peremans en Jos Tordoor), 2 stemmen tegen (Walter Verbraeken en Paul Van Dooren)
Besluit
De raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 1
Keurt de inhoud van het document 'Visie sociale dienst OCMW Meerhout op steunverlening' goed.
Artikel 2
Keurt het 'contract barema' goed dat wordt opgesteld bij elke vraag naar deze baremasteunverlening en bij het dossier wordt gevoegd dat wordt voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 3
Beslist dat deze manier van werken meteen wordt toegepast op alle nieuwe baremasteunaanvragen vanaf 1 januari 2022 en voor de lopende steunverleningen bij het voorleggen van het dossier voor herziening of verlenging.
Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Flor Boven Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Linda Degeest Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Heidi Suls Jan Melis Jo Laenen Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Roger Verheyen Cris Rutten Jan Peys Nele Geudens Mannu Dox Rony Schuer Paul Van Dooren Frans Van Meensel Joris Janssens Luc Lievens Jos Tordoor Walter Verbraeken Griet Convens François Tielemans Jan Peys Jos Tordoor Nele Geudens Jan Melis François Tielemans Luc Lievens Joris Janssens Brigitte Peremans Cris Rutten Griet Convens Jo Laenen Roger Verheyen Rony Schuer Peter Van den Broeck Paul Van Dooren Frans Van Meensel Mannu Dox Walter Verbraeken Heidi Suls aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 7 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van maandag 22 november 2021
8. Goedkeuren werking doorgangswoning sociale dienst
FEITEN EN CONTEXT
Voor de werking van de sociale dienst is het thema wonen een belangrijk aandachtspunt. We verhuren bejaardenwoningen in eigen beheer, we hebben afspraken met de Geelse Huisvesting over het voorzien van specifieke sociale woningen voor de doelgroepen ouderen en mindervaliden, we bieden steunverlening zoals een huurwaarborg en we helpen bij het zoeken naar geschikte woningen voor cliënten met een beperkt budget.
Omdat het aanbod van goede woningen aan een betaalbare prijs zeer beperkt is, hebben mensen soms nood aan een tijdelijke oplossing. Die biedt de sociale dienst sinds enige tijd aan onder de vorm van doorgangswoningen. De sociale dienst heeft daarvoor een huurappartement met twee slaapkamers en een vrijstaande woning geschikt voor vijf personen ter beschikking.
Na al heel wat ervaring met crisiswoningen in het verleden en meer recent met de doorgangswoningen, heeft de sociale dienst een draaiboek met bijbehorende instrumenten uitgewerkt als leidraad voor de maatschappelijk werkers.
JURIDISCHE GRONDSLAG
• decreet lokaal bestuur 22 december 2017
• Organieke Wet betreffende de OCMW's van 8 juli 1976
• artikel 1709 Burgerlijk Wetboek inzake huurcontracten
• decreet houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan (citeeropschrift: "Vlaams Woninghuurdecreet") 09 november 2018 - Algemene bepalingen
• beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2021
ARGUMENTATIE
Een doorgangswoning is een woning die het OCMW voor een korte periode ter beschikking kan stellen aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden. Als noodsituatie beschouwen we onder andere:
• de eigen woning is onbewoonbaar of ongeschikt verklaard
• er is een gerechtelijk bevel tot uitdrijving betekend
• er zijn familiale conflicten
• er heeft zich een ramp voorgedaan zoals een brand of overstroming
• betrokkene is dakloos.
Elke vraag tot tijdelijke bewoning van de doorgangswoning wordt verduidelijkt in een sociaal verslag en ter beslissing voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. Met de tijdelijke bewoner(s) van de doorgangswoning worden afspraken gemaakt en tussen het OCMW en de bewoner wordt een terbeschikkingsstellingsovereenkomst afgesloten.
Deze overeenkomst en de beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst gelden voor de duur van drie maanden. Dit kan eenmalig worden verlengd met nogmaals een periode van drie maanden.
Binnen die tijd zoeken cliënt en maatschappelijk werker naar een duurzame en betaalbare woonoplossing. Verblijven in een doorgangswoning geeft ondertussen de zekerheid dat mensen tijdelijk wel een dak boven hun hoofd hebben, maar toch hun hoedanigheid van dakloosheid niet verliezen, wat (belangrijk is voor de toepassing van voorrangsregels bij een eventuele toewijzing op de sociale huurmarkt).
Het draaiboek (en de bijbehorende instrumenten zoals een inventaris, checklist voor woningcontrole, lijst met noodpakket,…) is bedoeld als leidraad voor de maatschappelijk werkers en bevat een aantal interne afspraken. Niet alle beschreven zaken zullen altijd voor iedere situatie van toepassing zijn, maar ze geven een houvast bij het begeleiden van cliënten.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor het OCMW.
Stemming op naam:
Met 12 stemmen voor (Nele Geudens, Jan Melis, Roger Verheyen, Luc Lievens, Jan Peys, Cris Rutten, François Tielemans, Jo Laenen, Griet Convens, Joris Janssens, Brigitte Peremans en Jos Tordoor), 7 onthoudingen (Mannu Dox, Heidi Suls, Walter Verbraeken, Rony Schuer, Paul Van Dooren, Frans Van Meensel en Peter Van den Broeck)
Besluit
De raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 1
Keurt het draaiboek doorgangswoning en de bijbehorende instrumenten goed.
Artikel 2
Geeft opdracht aan de sociale dienst om op deze manier te werken aan de woonbegeleiding van mensen die hiervoor in aanmerking komen.
Zitting van maandag 22 november 2021
9. Mededelingen
Mededeling
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben geen mededelingen.
Zitting van maandag 22 november 2021
10. Aanvullende agenda
Aanvullende agenda
Geen aanvullende agenda.
Zitting van maandag 22 november 2021
11. Mondelinge vragen van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn
Mondelinge vragen
De burgemeester en de andere leden van het vast bureau beantwoorden de gestelde vragen van de raad voor maatschappelijk welzijn uit de vorige raad:
● Algemeen bestuur - Schepen Jan Peys antwoordt op de vraag van raadslid Mannu Dox betreffende de problematieken van de sociale dienst. Dit moet niet in geheime zitting worden behandeld vermits er geen namen zullen worden vernoemd. De sociale dienst draait niet vierkant maar er zijn wel degelijk problemen. De moeilijkheden die zich nu voordoen slepen al enkele jaren aan en zijn te wijten aan het afwijkende niveau van functioneren van enkele individuen, en de frustraties die dat met zich meebrengt. De sociale dienst werkt al jaren op zijn eigen manier op een aparte locatie. De samenvoeging met de administratie in het gemeentehuis en de fysieke verhuis naar het gemeentehuis ligt voor sommigen ook moeilijk. Omwille van alle voorgaande redenen werd besloten om Mensura in te schakelen als onafhankelijke partij zodat onpartijdige gesprekken kunnen plaatsvinden met het personeel van de sociale dienst. Mensura zal op deze manier de problematieken objectief in kaart brengen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.