stemming amendement Luc Lievens Francis Mertens Bart Beusen Wim Leeuws Jens Deliën Cris Rutten Tom Van den Berg Fons Hannes Jo Laenen Begga Vandeperre Gilberte Hannes Flor Boven Walter Verbraeken Jan Luyten Maries Verachtert Peter Van den Broeck Griet Convens Jan Melis Sam Verwimp Guy Daems Brigitte Peremans Luc Lievens Francis Mertens Bart Beusen Wim Leeuws Jens Deliën Cris Rutten Tom Van den Berg Fons Hannes Jo Laenen Begga Vandeperre Gilberte Hannes Walter Verbraeken Jan Luyten Maries Verachtert Peter Van den Broeck Griet Convens Jan Melis Sam Verwimp Guy Daems Brigitte Peremans Peter Van den Broeck Begga Vandeperre Tom Van den Berg Guy Daems Jan Melis Sam Verwimp Jan Luyten Cris Rutten Luc Lievens Walter Verbraeken Maries Verachtert Jens Deliën Gilberte Hannes Francis Mertens Bart Beusen Fons Hannes Jo Laenen Griet Convens Brigitte Peremans Wim Leeuws aantal voorstanders: 3 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 17 Verworpen
Aanwezig Fons Hannes, Burgemeester Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Jo Laenen, Gilberte Hannes, Schepenen Jan Melis, Cris Rutten, Peter Van den Broeck, Griet Convens, Francis Mertens, Maries Verachtert, Wim Leeuws, Jens Deliën, Jan Luyten, Sam Verwimp, Guy Daems, Bart Beusen, Begga Vandeperre, Tom Van den Berg, Raadsleden Luc Lievens, Voorzitter Flor Boven, Algemeen directeur
|
Verontschuldigd Nele Geudens, Raadslid
|
FEITEN EN CONTEXT
In zitting van de gemeenteraad van 28 april 2025 werd de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel een laatste keer gewijzigd.
Bij die aanpassingen werden ook de ontslagmodaliteiten betreffende statutaire personeelsleden aangepast in overeenstemming met het zogenaamde Vlaamse ontslagdecreet en daardoor gelijkgesteld met deze bij contractuele personeelsleden conform de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Echter recent op 5 juni 2025 werd dit decreet van 16 juni 2023, tot wijziging van het provinciedecreet en tot wijziging van het decreet over het lokaal bestuur dat de ontslag modaliteiten voor statutaire personeelsleden entte op de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, door het Grondwettelijk Hof geheel vernietigd.
Hierdoor dienen een aantal bepalingen betrekking hebbende op ontslagmodaliteiten van statutaire personeelsleden terug hernomen te worden zoals deze voorheen in de rechtspositieregeling voorzien waren dit zowel op het vlak van mogelijke ontslaggronden als op het vlak van te betalen verbrekingsvergoeding bij beëindiging statutaire tewerkstelling wegens zogenaamde beroepsongeschiktheid na een negatieve evaluatie.
Deze aanpassing van de rechtspositieregeling werd besproken en resulteerde in een akkoord in het syndicaal onderhandelings - en overlegcomité van 27 juni 2025.
JURIDISCHE GRONDSLAG
● decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
● besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit, tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen
● arrest van het Grondwettelijk Hof van 5 juni 2025 houdende de vernietiging van het decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het decreet lokaal bestuur wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van statutair personeelslid, het zogenaamde ontslagdecreet
● rechtspositieregeling voor gemeentepersoneelsleden zoals vastgesteld in zitting van de gemeenteraad van 22 december 2008 en zoals tot op heden gewijzigd, een laatste keer door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2025
ARGUMENTATIE
Omdat het Vlaamse ontslagdecreet vernietigd werd zijn de ontslagmodaliteiten betreffende statutaire personeelsleden voortaan niet meer geënt op de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en dient terug de voorheen voorziene specifieke regeling in de rechtspositieregeling hernomen te worden.
FINANCIËLE GEVOLGEN
Geen financiële gevolgen voor de gemeente.
Tussenkomst
Gemeenteraadslid Peter Van den Broeck vraagt om volgend amendement ter stemming voor te leggen aan de gemeenteraad alvorens over te gaan tot de stemming van de hoofdvraag betreffende agendapunt 9 'Aanpassen rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel inzake ontslagmodaliteiten statutaire personeelsleden':
Aanpassing in artikel artikel 66 bij paragraaf:
De evaluatie gebeurt door het evaluatiecomite bestaande uit:
Het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad en van uit elke oppositiepartij 1 effectief lid die aanwezig zal zijn bij de evaluatie van de decretale graden.
Stemming op naam:
stemming amendement
Met 3 stemmen voor (Peter Van den Broeck, Begga Vandeperre en Tom Van den Berg), 17 stemmen tegen (Fons Hannes, Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Jo Laenen, Gilberte Hannes, Jan Melis, Cris Rutten, Griet Convens, Francis Mertens, Maries Verachtert, Wim Leeuws, Jens Deliën, Jan Luyten, Sam Verwimp, Guy Daems, Bart Beusen en Luc Lievens)
Met algemeenheid van stemmen
stemming hoofdvraag
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad beslist navolgende aanpassingen in de rechtspositieregeling voor het gemeente personeel door te voeren :
Onder titel 2 De loopbaan, hoofdstuk 8 Feedback en opvolging alsook eventuele evaluatie tijdens de loopbaan en de gevolgen ervan, afdeling 4 gevolgen van de evaluaties tijdens het opgestarte evaluatietraject
Artikel 64 Ontslag wegens beroepsongeschiktheid
De aanstellend overheid, het bevoegde orgaan, neemt geen beslissing tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid alvorens het negatief geëvalueerde personeelslid de kans geboden te hebben zich te laten horen, de eigen inzichten op de uitgesproken evaluatie naar voor te brengen, zich te verdedigen.
Het personeelslid wordt voor het uitoefenen van het hoor recht door de aanstellende overheid minimaal 10 kalenderdagen op voorhand bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs uitgenodigd. Het personeelslid kan zich tijdens het uitoefenen van dit hoorrecht laten bijstaan door een persoon naar keuze.
De aanstellende overheid kan bij een definitief door de algemeen directeur bevestigde negatieve evaluatie eventueel ook tot andere voor het personeelslid minder verregaande maatregelen overgaan dan het beslissen tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid.
Na de beslissing tot ontslag door het daartoe bevoegde orgaan van de aanstellende overheid wordt het ontslag zo spoedig als mogelijk betekend aan het betrokken personeelslid.
Dit voor contractuele personeelsleden conform de ontslag modaliteiten voorzien in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Afhankelijk van de specifieke situatie wordt het ontslag betekend met een opzegperiode of met een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een opzegvergoeding, verbrekingsvergoeding, die gelijk is aan het loon verschuldigd voor de termijn van de opzegperiode waaraan normaliter voldaan dient te worden. In het geval van ontslag met verbrekingsvergoeding wordt het personeelslid vrijgesteld van verdere prestaties, en gaat het ontslag in op moment van de betekening.
Dit voor statutaire personeelsleden met een aangetekende brief, daarin wordt de datum van de beëindiging van de statutaire tewerkstelling vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.
Het statutaire personeelslid dat wegens beroepsongeschiktheid ontslagen wordt heeft recht op een verbrekingsvergoeding die gelijk is aan het loon van drie maanden als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur heeft. Voor elke bijkomende aangevangen periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur wordt het bedrag telkens verhoogd met het loon van drie maanden.
Onder titel 2 De loopbaan, hoofdstuk 8 Feedback en opvolging alsook eventuele evaluatie tijdens de loopbaan en de gevolgen ervan, afdeling 5 bepalingen inzake evaluatie van de decretale graden zijnde algemeen directeur en financieel directeur tijdens de loopbaan
Artikel 66
Indien er aanwijzingen zijn dat een decretale graad zijnde de algemeen directeur of de financieel directeur slecht functioneert kan het college van burgemeester en schepenen ten allen tijde beslissen een evaluatietraject jegens de betreffende decretale graad op te starten.
Het schijnbaar disfunctioneren kan slaan op het werkresultaat, zijnde niet voldoende tegemoetkomen aan het uitvoeren van taken, het onvoldoende realiseren van resultaatsgebieden voorzien in de wetgeving en in het functieprofiel van de uitgeoefende functie, alsook op het onvoldoende tegemoet komen aan de verwachte competenties zoals eveneens beschreven in het functieprofiel, als op gebrekkige werkattitude en/of op problematische werkrelaties.
De evaluatie verloopt desgevallend met in acht name van de specifieke bepalingen daartoe voorzien in het decreet lokaal bestuur.
De evaluatie gebeurt door het evaluatiecomité bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad.
Deze vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport opgesteld door een externe deskundige in het evalueren van personeel. Dit voorbereidend rapport wordt minstens opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de externe deskundige en de algemeen of financieel directeur en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de algemeen of financieel directeur waarbij de burgemeester, de voorzitter van het vast bureau, de leden van het managementteam en de voorzitter van de gemeenteraad betrokken worden.
De onafhankelijkheid waarmee de financieel directeur bepaalde in het decreet lokaal bestuur vermelde taken uitvoert mag niet het voorwerp zijn van de evaluatie. De mate waarin de financieel directeur zich inzet voor de uitvoering van die taken is wel een element van evaluatie.
Het evaluatiecomité bepaalt of het evaluatieresultaat negatief of positief is. Bij staking van stemmen is het resultaat positief.
Deze evaluatie kan ten vroegste 6 maanden na de beslissing tot opstart van het evaluatietraject gebeuren teneinde de decretale graad nog de mogelijkheid te bieden in tussentijd zijn functioneren te verbeteren zo dat nodig mocht zijn.
Het evaluatiecomité kan enkel een negatieve evaluatie uitspreken nadat het de betrokken decretale graad de kans geboden heeft zich te laten horen in zijn verweer.
Daartoe zal het evaluatiecomité minstens 10 kalenderdagen op voorhand schriftelijk de betreffende decretale graad uitnodigen tegen ontvangstbewijs of via versturing van de uitnodiging per aangetekende zending.
De betrokken decretale graad kan zich tijdens de uitoefening van het hoorrecht laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Bij een negatieve evaluatie kan het college van burgmeester en schepenen aan de gemeenteraad voorstellen de negatief geëvalueerde decretale graad wegens beroepsongeschiktheid te ontslaan.
De gemeenteraad kan slechts tot ontslag beslissen nadat het aan de betrokken decretale graad de kans gebonden heeft zijn hoor recht te laten uitoefenen.
De betrokken decretale graad kan zich tijdens de uitoefening van het hoor recht op de gemeenteraad laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Daartoe zal de gemeenteraad minstens 10 kalenderdagen op voorhand de betreffende decretale graad schriftelijk uitnodigen tegen ontvangstbewijs of via versturing van de uitnodiging per aangetekende zending.
De gemeenteraad kan bij een negatieve evaluatie van algemeen of financieel directeur ook tot andere voor het personeelslid minder verregaande maatregelen overgaan dan het beslissen tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid.
Na de beslissing tot ontslag door de gemeenteraad wordt dit ontslag zo spoedig als mogelijk betekend aan de betreffende decretale graad.
Dit per aangetekende brief, daarin wordt de datum van de beëindiging van de statutaire tewerkstelling, vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd wordt over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.
Het statutaire personeelslid dat wegens beroepsongeschiktheid ontslagen wordt heeft recht op een verbrekingsvergoeding die gelijk is aan het loon van drie maanden als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur heeft. Voor elke bijkomende aangevangen periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur wordt het bedrag telkens verhoogd met het loon van drie maanden.
Onder titel 5 Het verlies van hoedanigheid van statutair personeelslid en de definitieve ambtsneerlegging, hoofdstuk 1 Verlies van hoedanigheid van het statutaire personeelslid
Artikel 150
Het statutaire personeelslid kan zijn hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen naar aanleiding van:
Naast de gevallen vermeld in punt 1° 2°, 3°, en met behoud van toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, kan niemand de hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen, tenzij in de gevallen die bepaald zijn in artikel 151.
en Artikel 152
Paragraaf 1
In de gevallen vermeld in artikel 151, en in 150 1° zijnde ontslag ingevolge een tuchtstraf wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van statutair personeelslid zonder opzegtermijn of verbrekingsvergoeding.
In afwijking van het eerste lid, krijgt het statutaire personeelslid van wie de onregelmatige aanstelling, vermeld in artikel 151, punt 1°, niet te wijten is aan arglist of bedrog van zijn kant, een verbrekingsvergoeding analoog met de normaal te respecteren opzegtermijn conform de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Paragraaf 2
De aanstellende overheid stelt het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid vast en beslist tot ontslag van het betrokken personeelslid. Het personeelslid wordt vooraf gehoord.
Het ontslag wordt met een aangetekende brief betekend. De brief deelt de beslissing en de redenen ervoor mee en vermeldt de ingangsdatum van het ontslag.
Paragraaf 3
Het ontslag wegens beroepsongeschiktheid, door een definitieve negatieve slot evaluatie in een opgestart evaluatietraject van het vast aangestelde statutaire personeelslid wordt met een aangetekende brief betekend, daarin wordt de datum van de beëindiging van de statutaire tewerkstelling vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.
Het statutaire personeelslid dat wegens beroepsongeschiktheid ontslagen wordt heeft recht op een verbrekingsvergoeding die gelijk is aan het loon van drie maanden als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur heeft. Voor elke aangevangen bijkomende periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur wordt het bedrag telkens verhoogd met het loon van drie maanden.
Bij de bepaling van het normaal verschuldigde loon wordt niet enkel rekening gehouden met het normaal te betalen salaris maar ook met de waarde van andere voordelen zoals eindejaarspremie, vakantiegeld, werkgeversbijdrage in maaltijdcheques, in hospitalisatieverzekering.
Bij ontslag van een statutair personeelslid wegens beroepsongeschiktheid wordt door het bestuur het nodige gedaan om het ontslagen personeelslid in orde te brengen voor het kunnen bekomen van werkloosheidsuitkeringen, zo nodig.
Het statutaire personeelslid dat ontslagen wordt wegens vastgestelde beroepsongeschiktheid, heeft hetzelfde recht op sollicitatieverlof zoals dat voor een contractueel personeelslid wettelijk bepaald is.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.