Aanwezig

Luc Lievens, voorzitter

Fons Hannes, burgemeester

Walter Verbraeken, Brigitte Peremans, Jo Laenen, Gilberte Hannes, schepenen

Jan Melis, Nele Geudens, Cris Rutten, Peter Van den Broeck, Griet Convens, Francis Mertens, Maries Verachtert, Wim Leeuws, Jens Deliën, Jan Luyten, Sam Verwimp, Guy Daems, Bart Beusen, Begga Vandeperre, Tom Van den Berg, raadsleden

Flor Boven, algemeen directeur

 

 

FEITEN EN CONTEXT

In zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 april 2025 werd de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel een laatste keer gewijzigd.

Bij die aanpassingen werden ook de ontslagmodaliteiten betreffende statutaire personeelsleden aangepast in overeenstemming met het zogenaamde Vlaamse ontslagdecreet en daardoor gelijkgesteld met deze bij contractuele personeelsleden conform de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.

Echter recent op 5 juni 2025 werd dit decreet van 16 juni 2023, tot wijziging van het provinciedecreet en tot wijziging van het decreet over het lokaal bestuur dat de ontslagmodaliteiten voor statutaire personeelsleden entte op de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, door het Grondwettelijk Hof geheel vernietigd.

Hierdoor dienen een aantal bepalingen betrekking hebbende op ontslagmodaliteiten van statutaire personeelsleden terug hernomen te worden zoals deze voorheen in de rechtspositieregeling voorzien waren dit zowel op het vlak van mogelijke ontslaggronden als op het vlak van te betalen verbrekingsvergoeding bij beëindiging statutaire tewerkstelling wegens zogenaamde beroepsongeschiktheid na een negatieve evaluatie.

Tevens werd er een sociaal akkoord tussen VVSG en de vakorganisaties onderhandeld, en in het Vlaamse Comité C1 nadien per 11 juni 2025 officieel bekrachtigd, houdende een verhoging van het bruto uurloon van de poetshulpen in de dienstencheque sui generis afdelingen van de OCMW's met één euro ingevolgde een door Vlaanderen doorgevoerde verhoging van dienstencheque met één euro welke door de werkgevers dient besteed te worden aan koopkrachtverhoging voor de medewerkers in de dienstenchequebedrijven.

Deze koopkrachtmaatregel geldt als een voorafname op het in onderhandeling zijnde sectoraal akkoord 2026-2031 en dient retro actief per 1 januari 2025 doorgevoerd te worden.

Hiertoe werden door VVSG specifieke aangepaste E1-E2-E3 loonschalen voor de dienstencheque werknemers uitgewerkt.

Deze aanpassingen van de rechtspositieregeling werd besproken, en resulteerde in een akkoord, in het syndicaal onderhandelings- en overlegcomité van 27 juni 2025. 

 

JURIDISCHE GRONDSLAG

        decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

        besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, het zogenaamde nieuwe rechtspositiebesluit, tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen

        arrest van het Grondwettelijk Hof van 5 juni 2025 houdende de vernietiging van het decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het decreet lokaal bestuur wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van statutair personeelslid , het zogenaamde ontslagdecreet

        protocolakkoord van 11 juni 2025, mede onderhandeld geworden door VVSG, afgesloten in comité C1 tussen de Vlaamse Overheid en de vakorganisaties betreffende de koopkrachtmaatregel in de dienstencheque sector

        rechtspositieregeling voor OCMW personeelsleden zoals vastgesteld in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 juli 2011 en zoals tot op heden gewijzigd, een laatste keer door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 28 april 2025

 

ARGUMENTATIE

Daar het Vlaamse ontslagdecreet vernietigd werd zijn de ontslagmodaliteiten betreffende statutaire personeelsleden voortaan niet meer geënt op de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en dient terug de voorheen voorziene regeling in de rechtspositieregeling hernomen te worden. Ingevolgde het sociaal akkoord voor de openbare dienstencheque sector dienen nieuwe aangepaste specifieke E1-E2-E3 loonschalen voor de poetshulpen in de sui generis dienstencheque afdeling per 1 januari 2025 ingevoerd te worden.

 

FINANCIËLE GEVOLGEN

Beperkte financiële gevolgen voor het OCMW, de voorziene loonsverhoging voor de dienstencheque poetsmedewerkers wordt in grote mate, doch niet volledig, gedekt door de door Vlaanderen doorgevoerde verhoging van de dienstencheque met één euro.

 

Met algemeenheid van stemmen

 

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn

Artikel 1

Beslist navolgende aanpassingen in de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel door te voeren:

Onder titel 2 De loopbaan , hoofdstuk VIII Feedback en opvolging alsook eventuele evaluatie tijdens de loopbaan en de gevolgen ervan , afdeling 4 gevolgen van de evaluaties tijdens het opgestarte evaluatietraject

Artikel 64 Ontslag wegens beroepsongeschiktheid

De aanstellend overheid, het bevoegde orgaan, neemt geen beslissing tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid alvorens het negatief geëvalueerde personeelslid de kans geboden te hebben zich te laten horen, de eigen inzichten op de uitgesproken evaluatie naar voor te brengen, zich te verdedigen.

Het personeelslid wordt voor het uitoefenen van het hoorrecht door de aanstellende overheid minimaal tien kalenderdagen op voorhand bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs uitgenodigd. Het personeelslid kan zich tijdens het uitoefenen van dit hoorrecht laten bijstaan door een persoon naar keuze.

De aanstellende overheid kan bij een definitief door de algemeen directeur bevestigde negatieve evaluatie eventueel ook tot andere voor het personeelslid minder verregaande maatregelen overgaan dan het beslissen tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid.

Na de beslissing tot ontslag door het daartoe bevoegde orgaan van de aanstellende overheid wordt het ontslag zo spoedig als mogelijk betekend aan het betrokken personeelslid.

Dit voor contractuele personeelsleden conform de ontslag modaliteiten voorzien in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.

Afhankelijk van de specifieke situatie wordt het ontslag betekend met een opzegperiode of met een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een opzegvergoeding, verbrekingsvergoeding, die gelijk is aan het loon verschuldigd voor de termijn van de opzegperiode waaraan normaliter voldaan dient te worden. In het geval van ontslag met verbrekingsvergoeding wordt het personeelslid vrijgesteld van verdere prestaties en gaat het ontslag in op moment van de betekening.

Dit voor statutaire personeelsleden met een aangetekende brief, daarin wordt de datum van de beëindiging van de statutaire tewerkstelling vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.

Het statutaire personeelslid dat wegens beroepsongeschiktheid ontslagen wordt heeft recht op een verbrekingsvergoeding die gelijk is aan het loon van drie maanden als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur heeft. Voor elke bijkomende aangevangen periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur wordt het bedrag telkens verhoogd met het loon van drie maanden.

Onder titel 5 Het verlies van hoedanigheid van statutair personeelslid en de definitieve ambtsneerlegging, hoofdstuk I Verlies van hoedanigheid van het statutaire personeelslid

Artikel 150

Het statutaire personeelslid kan zijn hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen naar aanleiding van:

  1. een tuchtstraf 
  2. de vervroegde pensionering om medische redenen of wegens invaliditeit
  3. de vastgestelde beroepsongeschiktheid door een definitieve negatieve slot evaluatie in een opgestart evaluatietraject

Naast de gevallen vermeld in punt 1°, 2°, 3° en met behoud van toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, kan niemand de hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen, tenzij in de gevallen die bepaald zijn in artikel 151.

en Artikel 152  

Paragraaf 1

In de gevallen vermeld in artikel 151 en in 150 1°, zijnde ontslag ingevolge een tuchtstraf, wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van statutair personeelslid zonder opzegtermijn of verbrekingsvergoeding.

In afwijking van het eerste lid, krijgt het statutaire personeelslid van wie de onregelmatige aanstelling, vermeld in artikel 151, punt 1°, niet te wijten is aan arglist of bedrog van zijn kant, een verbrekingsvergoeding analoog met de normaal te respecteren opzegtermijn conform de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. 

Paragraaf 2

De aanstellende overheid stelt het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid vast en beslist tot ontslag van het betrokken personeelslid. Het personeelslid wordt vooraf gehoord.

Het ontslag wordt met een aangetekende brief betekend. De brief deelt de beslissing en de redenen ervoor mee en vermeldt de ingangsdatum van het ontslag.

Paragraaf 3

Het ontslag wegens beroepsongeschiktheid, door een definitieve negatieve slot evaluatie in een opgestart evaluatietraject, van het vast aangestelde statutaire personeelslid wordt met een aangetekende brief betekend, daarin wordt de datum van de beëindiging van de statutaire tewerkstelling vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.

Het statutaire personeelslid dat wegens beroepsongeschiktheid ontslagen wordt heeft recht op een verbrekingsvergoeding die gelijk is aan het loon van drie maanden als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur heeft. Voor elke aangevangen bijkomende periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het bestuur wordt het bedrag telkens verhoogd met het loon van drie maanden.

Bij de bepaling van het normaal verschuldigde loon wordt niet enkel rekening gehouden met het normaal te betalen salaris maar ook met de waarde van andere voordelen zoals eindejaarspremie, vakantiegeld, werkgeversbijdrage in maaltijdcheques, in hospitalisatieverzekering. 

Bij ontslag van een statutair personeelslid wegens beroepsongeschiktheid wordt door het bestuur het nodige gedaan om het ontslagen personeelslid in orde te brengen voor het kunnen bekomen van werkloosheidsuitkeringen, zo nodig.

Het statutaire personeelslid dat ontslagen wordt wegens vastgestelde beroepsongeschiktheid, heeft hetzelfde recht op sollicitatieverlof zoals dat voor een contractueel personeelslid wettelijk bepaald is.

Artikel 2

Beslist navolgende nieuwe aangepaste E1-E2-E3 salarisschalen, in vervanging van de vroegere reguliere E1-E2-E3 salarisschalen, per 1 januari 2025 specifiek van toepassing te stellen op de poetsmedewerkers in de dienstencheque sui generis afdeling poetshulp aan huis en deze dan ook alzo bij in te voegen in de rechtspositieregeling van het OCMW personeel:

E1 - 0

14 181,07

 

E2 - 0

14 481,07

 

E3 - 0

16 581,07

E1 - 1

14 281,07

 

E2 - 1

14 631,07

 

E3 - 1

15 131,07

E1 - 2

14 281,07

 

E2 - 2

14 631,07

 

E3 - 2

15 281,07

E1 - 3

14 381,07

 

E2 - 3

14 781,07

 

E3 - 3

15 281,07

E1 - 4

14 381,07

 

E2 - 4

14 781,07

 

E3 - 4

15 431,07

E1 - 5

14 481,07

 

E2 - 5

14 781,07

 

E3 - 5

15 431,07

E1 - 6

14 481,07

 

E2 - 6

14 931,07

 

E3 - 6

15 581,07

E1 - 7

14 581,07

 

E2 - 7

14 931,07

 

E3 - 7

15 581,07

E1 - 8

14 581,07

 

E2 - 8

15 081,07

 

E3 - 8

15 731,07

E1 - 9

14 731,07

 

E2 - 9

15 081,07

 

E3 - 9

15 731,07

E1 - 10

14 731,07

 

E2 - 10

15 231,07

 

E3 - 10

15 881,07

E1 - 11

14 831,07

 

E2 - 11

15 231,07

 

E3 - 11

15 881,07

E1 - 12

14 831,07

 

E2 - 12

15 381,07

 

E3 - 12

16 031,07

E1 - 13

14 931,07

 

E2 - 13

15 381,07

 

E3 - 13

16 031,07

E1 - 14

14 931,07

 

E2 - 14

15 531,07

 

E3 - 14

16 181,07

E1 - 15

15 031,07

 

E2 - 15

15 531,07

 

E3 - 15

16 181,07

E1 - 16

15 031,07

 

E2 - 16

15 681,07

 

E3 - 16

16 331,07

E1 - 17

15 181,07

 

E2 - 17

15 681,07

 

E3 - 17

16 331,07

E1 - 18

15 181,07

 

E2 - 18

15 781,07

 

E3 - 18

16 481,07

E1 - 19

15 331,07

 

E2 - 19

15 781,07

 

E3 - 19

16 631,07

E1 - 20

15 331,07

 

E2 - 20

15 931,07

 

E3 - 20

16 631,07

E1 - 21

15 481,07

 

E2 - 21

15 931,07

 

E3 - 21

16 781,07

E1 - 22

15 481,07

 

E2 - 22

16 081,07

 

E3 - 22

16 781,07

E1 - 23

15 631,07

 

E2 - 23

16 081,07

 

E3 - 23

16 931,07

E1 - 24

15 631,07

 

E2 - 24

16 231,07

 

E3 - 24

16 931,07

E1 - 25

15 781,07

 

E2 - 25

16 231,07

 

E3 - 25

17 081,07

E1 - 26

15 781,07

 

E2 - 26

16 381,07

 

E3 - 26

17 081,07

E1 - 27

15 931,07

 

E2 - 27

16 381,07

 

E3 - 27

17 481,07

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.