FEITEN EN CONTEXT

Omwille van een brand op 1 januari 2025 in het pand op de Bevrijdingslaan 267 wordt een besluit tot onbewoonbaarheid door de aangewezen burgemeester, Fons Hannes, uitgevaardigd.

JURIDISCHE GRONDSLAG

●        artikel 133 bis en 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet

ARGUMENTATIE

Op 1 januari 2025 heeft een woningbrand plaatsgevonden op Bevrijdingslaan 267, 2450 Meerhout.

Na verwittiging door de hulpdiensten (bericht ontvangen op 1 januari 2025 om 10:24 uur) is de aangewezen burgemeester naar de locatie gegaan.

De aangewezen burgemeester werd op de locatie door de bevoegde brandweerofficier in kennis gesteld van het feit dat de woning ten gevolge van de brand onbewoonbaar is omdat een groot gedeelte van het dak is weggebrand en ook de onderliggende kamers zwaar zijn getroffen door rookschade (roet,…).

De aangewezen burgemeester heeft op de locatie de bewoner-eigenaar van het pand, Niels Hannes, kunnen spreken en ook zijn vader Peter Hannes.

Niels Hannes wordt opgevangen en kan verblijven bij zijn vader Peter Hannes, Veldstraat 60, 2450 Meerhout.

Niels Hannes werd naar het ziekenhuis overgebracht.

De bevoegde brandweerofficier heeft de noodplanambtenaar in kennis gesteld van de onbewoonbaarheid omwille van het feit dat een groot gedeelte van het dak is weggebrand en ook de onderliggende kamers zwaar zijn getroffen door rookschade (roet, …). Een interventieverslag zal worden toegestuurd.

De brandweer heeft de nodige beveiligingsmaatregelen uitgevoerd (zeil over het dak,…) om verdere schade aan het pand te vermijden.

De aangewezen burgemeester heeft de OCMW-voorzitter in kennis gesteld in verband met verdere begeleiding van bewoner Niels Hannes.

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen financiële gevolgen voor de gemeente.

Besluit

De aangewezen burgemeester

Artikel 1

Beslist dat de woning Bevrijdingslaan 267, 2450 Meerhout onbewoonbaar wordt verklaard, ten gevolge van een brand die plaats heeft gehad op 1 januari 2025, omwille van acute veiligheids- en gezondheidsproblemen (dak grotendeels weggebrand, onderliggende kamers zwaar getroffen door rookschade,…) waarvan kennisgegeven door de betrokken brandweerofficier aan de aangewezen burgemeester en noodplanambtenaar.

Artikel 2

Beslist dat het OCMW van Meerhout in kennis wordt gesteld van dit besluit.

Artikel 3

Neemt er kennis van dat de bewoners van de woning vermeld in artikel 1 , als ze voldoen aan de voorwaarden van inschrijving en toelating zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, voorrang kunnen krijgen bij de toewijzing van een sociale huurwoning. Om dit verder te kunnen onderzoeken, neemt de bewoner best zo snel mogelijk contact op met de lokale sociale huisvestingsmaatschappij.

De bewoners van de woning vermeld in artikel 1 kunnen, als ze voldoen aan de voorwaarden bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de huurprijs als ze een private huurwoning in huur nemen. Teneinde dit verder te kunnen onderzoeken neemt de bewoner best zo snel mogelijk contact op met Wonen Vlaanderen Antwerpen.

Artikel 4

Beslist dat dit besluit wordt opgeheven als de gebreken die een acuut veiligheids- en gezondheidsrisico met zich meebrengen, zijn verholpen.

Artikel 5

Geeft mee:

§ 1. Tegen dit besluit kan een beroep tot schorsing en vernietiging worden ingesteld bij de Raad van State en dit binnen zestig dagen na kennisgeving.

§ 2. Elke belanghebbende kan klacht indienen bij de provinciegouverneur. Zodra de houder van het zakelijk recht aantoont dat hij een klacht heeft ingediend bij de provinciegouverneur, wordt de opname op de lijst, vermeld in artikel 2, geschorst en dit tot de klachtenprocedure volledig is afgerond.

Als de provinciegouverneur een definitief antwoord over de klacht heeft bezorgd, kan de houder van het zakelijk recht bij de minister bevoegd voor het Woonbeleid in beroep gaan tegen de opname op de lijst, vermeld in artikel 2. De houder van het zakelijk recht moet dan een beroepschrift indienen bij de minister en dit binnen dertig dagen na ontvangst van het antwoord van de provinciegouverneur.